Het was allemaal niet zo heel eenvoudig. De grootvizier, ofschoon niet in het regeringsetablissement, liet regelmatig van zich horen, hij riep dan dat hij de stekker uit het etablissement zou trekken als hij zijn zin niet kreeg. Hij stampte dan net nog niet met zijn rechtervoet. Sommigen werden angstig, vooral als hij riep dat hij de grootste was. Vooral Schuifje de kleinvizier was bang dat hij, wanneer de grootvizier er de brui aangaf, alleen nog maar hardhollend de wereld zou kunnen bekijken en hij zijn limousine vaarwel kon zeggen. Maar van zich afbijten durfde hij niet, de grootvizier had hem al eens "slappe hap" genoemd en dat had erg veel pijn gedaan, hij had nachten niet kunnen slapen. Zo en dan droomde hij dat hij geen kleinvizier was, maar een gewoon gepensioneerd burger en dat Donald Plaszerk kleinvizier was. Hij stond na zo'n droom dan geheel verfrist op.