Drie weken later ging om
om kwart voor twee de telefoon. Aan de lijn dienstdoend ambtenaar
Serafijntje Matterhorn: of ik me maar vergezeld van vier foto's met en
zonder neus, deugdelijke identiteitspapieren en mijn moeder, eveneens
voorzien van deugdelijke identiteitspapieren, om 15 uur 49 diezelfde
middag op de politiepost 437B2 wilde melden ter vermoedelijke hereniging
met mijn neus. Nou ben ik achtendertig en ik loop dus al enige jaren
niet meer aan de hand van mijn moeder, maar Serafijntje Matterhorn stond
op het meebrengen van mijn moeder, omdat moeders, zo zei ze, nu eenmaal
de neuzen van hun zoons het beste kennen en het bovendien
politievoorschrift was. Het gaf nog een heel gedoe om samen met mijn
moeder om 15 uur 49 op de stoep van politiepost 437B2 te staan, maar het
lukte. Om exact 15 uur 47 reden we in moeders brommobiel het
parkeerterrein op. Helaas bleek de deur van 437B2 gesloten en zelfs na
drie keer aanbellen werd niet opengedaan. Ik herinnerde me dat het buro
van half twaalf tot vier uur open was en zei voorzichtig: "Mam, ik
geloof dat oom agent vandaag iets te vroeg naar huis is gegaan." Maar de
poppen waren al aan het dansen. Moeder was razend: "Het tuig. Ze
moeten altijd ons hebben. Nooit de gebruikers van een zoutarm dieet,
nooit de lezers van de Donald Duck, nooit de motorrijders op de A27.
Nee, wij zijn altijd de klos! Geen politiepost was tussen veertig en
vijfenveertig dicht, jongen, ze waren vierentwintig/zeven open en ze
wisten oom Jacob en tante Saar, oom Simon en tante Judith, oom Bram en
tante Esther, noem ze allemaal maar op, met hun kinderen erbij, perfect
te vinden. De deuren stonden wagenwijd open voor aangifte van onze vaste
en onze losse neuzen. Voor elke gevonden neus werd zelfs een bedrag
betaald. Sommige agenten hadden er een fantastische bijverdienste aan."
Ze molenwiekte met haar handtas en krijste: "Chazzèrem!!!"
"Door wie bent u hier besteld, dame?"
Ik besloot het woord te nemen: "Door ene Serafijntje Matterhorn".
"Nooit van gehoord, en wie mag dat dan wel wezen?"
"In 1943 waren jullie alle dagen van de week open", viel moeder in.
Moeder voerde inmiddels
op het kleine bordes van de politiepost een dansje uit, dat met een
aantal minieme choreografische ingrepen zo in "Fiesta Gitana" opgenomen
had kunnen worden. Ze zwiepte haar handtas van links naar rechts, zodat
deze uiteindelijk het glas naast de deur raakte van waar achter een
affiche met het hoofd van de 47-jarige Barbara Lebber-Beck uit Laren mij
aangrijnsde: aanwijzingen die bijdroegen aan de oplossing van de op
haar vorig jaar november gepleegde moord beloofden 10.000 euro.
"Chazzèrem", klonk het opnieuw.
De deur van het buro ging
open. Om de aandacht van moeder enigszins af te leiden, deed ik op dat
moment een klein hakkendansje, klapte in mijn handen en riep: "olé".
Alleen een flamencogitarist ontbrak, het was inmiddels 16 uur 12. Maar
in plaats van een gitarist verscheen een agent in de deuropening: een
uiterst kaalhoofdig heer, hij richtte het woord tot moeder: "En
mevrouwtje waar zijn we hier mee bezig?"
"Waar zijn we hier mee
bezig? Waar zijn we hier mee bezig? Wij zijn nu precies 24 minuten bezig
om te zorgen dat mijn zoon met zijn neus herenigd wordt. Wij waren hier
om elf minuten voor vier besteld, maar politiepost 437B2 bleek dicht,
terwijl daar" - en moeder wees op het bord naast de deur- "duidelijk
staat dat de post tot vier uur geopend dient te blijven".
"We sluiten, en dat weet iedereen mevrouwtje, deze post altijd om kwart voor vier. Uit voorzorg."
"Uit voorzorg voor wat?"
"Opdat we niet om vier uur nog hele rapporten moeten opmaken van zaken die zich in dat laatste kwartier voordoen!"
"Hoe kan het dan dat wij hier om elf voor vier besteld waren?""Door wie bent u hier besteld, dame?"
Ik besloot het woord te nemen: "Door ene Serafijntje Matterhorn".
"Nooit van gehoord, en wie mag dat dan wel wezen?"
"In 1943 waren jullie alle dagen van de week open", viel moeder in.
"Ja, dat waren nog eens enige tijden. Maar wie is mevrouw Matterhorn?"
"Ze heeft mij over mijn neus gebeld."
"Gebeld, zegt U. Gebeld?
Wij doen hier niets per telefoon af, dat moet de nieuwe nationale
recherche geweest zijn, die u aan de telefoon gehad hebt. Ach ziet u,
het is even wennen, de nationale politie!"