Tweeenzeventig jaar geleden raakte de benzine in Frankrijk op, nee, niet definitief zoals nu, maar de Duitsers hadden benzine nodig
voor hun frisse en vrolijke krijg. En dus zagen we toen, net als nu,
alternatieven. Zoals electrische auto's. Pierre Faure in Parijs bouwde
een vierwielig onafhankelijk geveerd wagentje met een topsnelheid van 45
km/u en een bereik van 70 km. Zelfs na de oorlog stond de Faure nog
één keer op de Parijse Salon, maar in 1947 was het - benzine was weer
volop verkrijgbaar - gedaan.
Peugeot bouwde tijdens de Tweede Wereldoorlog 377 exemplaren van de
V.L.V. (Voiture Légère de Ville). Topsnelheid 36 km/u, bereik 80 km/u.
En zelfs Ettore Bugatti bouwde een aantal electrisch aangedreven
autootjes (T56), al waren die alleen maar voor eigen gebruik, met een
maximale snelheid van 25 km/u. Bugatti had de nodige ervaring met
electrisch aangedreven auto's, zijn T52 was speciaal voor kinderen,
oorspronkelijk bouwde hij de "Baby" voor zijn zoon Roland.