23.1.08

Tuinieren

Nu de beide andere Wimmen (de Bie en Noordhoek) het op hun webslogs het over tuinierende vaders hebben, voel ik me min of meer gedwongen de relatie van mijn vader met tuinieren te exploreren. Ik kan kort zijn: mijn vader had er niets mee. Mijn vader had met veel dingen niets. Niets met auto’s (hij reed er geen), niets met fietsen (hij kon niet fietsen), niets met kamperen (hij had als motto “We hebben veertig jaar in de woestijn in tenten geleefd, waarom zou ik kamperen?”).Mijn vader had iets met muziek en met boeken. Dat er klassieke muziek op de draaitafel verscheen was niet bijzonder, maar dat hij in de jaren vijftig Monk kocht, wel. Mijn vader had niets dat om een zekere handigheid vroeg. Dat was soms hoogst irritant, want andere jongens leerden van hun vader een fietsband te plakken, ik werd om zulk handwerk te leren naar een oom van mijn moeder gestuurd. Diezelfde oom leerde me een vlieger te maken. Mijn moeder zelf verwisselde de stekkers aan snoeren, sloeg spijkers in muren, hanteerde de schilderskwast als dat nodig was. Mijn vader liet mij zijn aansteker vullen en ja, Wim & Wim: mijn moeder onderhield de tuin: schoffelde de aarbeienbedden en plukte de rode en witte bessen.