4.8.08

Leeuwarden 7

Mijn vader was een idealist, een echte sociaal-democraat van de oude stempel. Arbeiders moesten het niet alleen financieel beter krijgen, maar ook kunnen genieten van uitingen van cultuur, waarvan zij te lang waren buitengesloten. Samen met de Leeuwarder afdelingen van het Instituut van Arbeiders Ontwikkeling en de VARA organiseerde hij als rayon-directeur van Het Vrije Volk voorstellingen onder de naam VRIVA: er kwamen gezelschappen uit het westen
van het land, die in de Harmonie toptoneel lieten zien. Er wordt nu vaak wat meewarig gedaan over die vlaknaoorlogse jaren, er wordt gelachen om de in hokjes opgedeelde maatschappij, maar ik denk er soms met weemoed aan terug. Thuis, in de Goudsbloemstraat, speelde bij de opvoeding Kunst een grote rol. Ik ging mee naar concerten van de Leeuwarder Orkest Vereniging en het Groninger Orkest, soms ging de muziek me ver boven mijn pet: als twaalfjarige had ik niks met Brahms. Maar de poging was goed en achteraf gezien uitstekend voor mijn muzikale opvoeding, bovendien was het niet alleen maar klassiek wat de klok sloeg, want een paar jaar later kocht ik samen met mijn vader platen van Charlie Parker. Sommige zaken waren verboden, beeldromans kwamen het huis niet in, Dick Bos bijvoorbeeld stond op de sociaaldemocratische index.