2.10.13

Indy 2

Natuurlijk betekende het hebben van een pacecar bij de Indianapolis 500 een geweldige reclame voor een autofabrikant. In 1911 was de pacecar een Stoddard-Dayton, gemaakt door en fabriek in Dayton (Ohio), die desondanks twee jaar later al het loodje legde. Toch was één van de meest beroemde Amerikaanse auto's uit die jaren en had de firma in 1909 een race op het circuit in Indianapois op zijn naam gebracht. In 1912 ging de fabriek deel uitmaken van de U.S. Motor co. die in 1913 failliet ging en Stoddard-Dayton in het debacle meesleepte.
In 1939 (ik volg de jaren waarover ik gister schreef) was een Buick "Roadmaster" de pacecar, met een achtcylinder in lijn.
Een jaar later toen Wilbur Shaw in zijn Boyle Special - in feite een Maserati 8CTF - opnieuw won, was de beurt aan Studebaker, een merk dat tussen 1902 en 1964 gevestigd was in South Bend (Indiana). Opvallend werd voor de eerste keer tijdens de Indy 500 een gesloten auto als pacecar gebruikt,  het was een "Champion", met een 2.7 lieter zescylindermotor.
In 1963 was het de beurt van Chrysler met een "300" met een V8-motor, die het op kon nemen tegen de Ford "Thunderbird".