Wanneer ik vanuit de voorkamer, van het
appartement dat ik gehuurd heb, kijk, zie ik schuin tegenover een station met
een tamelijk verwaarloosd uiterlijk. Ik zet een telelens op mijn camera om de
naam te kunnen lezen. Praha-Bubny. Her en der ligt roestige rommel, waarvan ik niet weet
waarvoor het dient. Ik heb niet het idee dat het een druk station is, de
overweg ligt even verderop in de straat en pas na een tijdje kan ik een
overstekende trein fotograferen, Het duurt nog veel langer, voordat ik er
achter kom waaraan Praha-Bubny
zijnn bekendheid ontleent. Het speelde in de oorlog een zelfde rol als
Amsterdam Muiderpoort, vanaf Bubny werden Joden op transport gezonden, na de oorlog werden Duitse inwoners naar Duitsland gerepatrieerd en sinds
vorige week weet ik dat het hele station op 1 juni van dit jaar een shoahmonument geworden
is. Op de website van het monument (Památník šoa Praha o.p.s.) staan de volgende woorden:
'A place that saw tens of thousands of Prague's Jewish citizens embark on their way to the unknown.A place that served as the imaginary boundary between being and non-being.
A place that saw the post-war transfer of Prague's Germans.
A place that has been and continues to be a part of city's life and whose memory carries an important legacy for the present.'