Deze week kozen de Engelsen een nationale vogel en vanzelfsprekend kan Nederland - immer vol van imitatiedrift - niet achter blijven. In Engeland werd het roodborstje vogel nummer één. Ik geef in ons land de aalscholver, noch het kneutje weinig kans, bovendien hebben sommige gemeenten (Den Haag: ooievaar, Waterland: zwaan, Waspik: kauw)) al een vogel in het wapen. Nu hoeft dat geen bezwaar te zijn want naast een nationale vogel - de Amerikaanse zeearend - hebben alle staten van de V.S. ook een eigen, zeg maar, staatsvogel. Sommige landen hebben sinds jaar en dag een nationale vogel: Duitsland heeft zijn adelaar, Frankrijk zijn haan en Griekenland zijn uil. Ik suggereer hier nog zo'n slordige vijftig jaar te wachten met het kiezen van een nationale vogel, in het kader van de herstelbetalingen (of wiedergutmachung, zo u wilt) maakt de gans dan een goede kans.