Ze waren meestal eenvoudig te herkennen met hun koplampen in de spatborden, zoals de foto's laten zien, maar als de klant wilde dat er lostaande koplampen werden gemonteerd, dan kon dat. Met zo'n keuzemogelijkheid weet je dat je niet met een goedkoop karretje te maken hebt en dat was Pierce-Arrow dan ook niet: de fabriek deed zaken in hetzelfde marktsegment als Cadillac, Packard, Lincoln en Duesenberg. Pierce-Arrow kwam uit Buffalo (New York), opgericht door George Pierce, die vanaf 1873 o.a. vogelkooien had gefabriceerd, waaraan in 1892 fietsen werden toegevoegd. In 1900 verscheen onder de naam Pierce de eerste auto, het model van van 1904 heette Arrow en vijf jaar later werd de fabriek omgedoopt in Pierce-Arrow. Alhoewel Pierce-Arrow in 1928 onder de hoede van Studebaker kwam, bleef de fabriek wat ontwerpen betreft zelfstandig, de productie in 1929 steeg naar 8422 wagens en dat waren er 2686 meer dan in het voorgaande jaar. De wagen op de foto's dateert uit 1930, er was toen keuze uit Pierce-Arrows met achtcylinderlijmotoren met een inhoud van 5,6,
5,9 en 6,3 liter. Bovendien werden de auto's geleverd met naar keuze
een drie- of viersversnellingsbak.