26.2.22

Straatnamen

Toen hij in de krant onder het kopje "Gemeentelijke Mededelingen" las wat Burgemeester en Wethouders nu weer van plan waren had hij gevloekt en was daarna op onderzoek uitgegaan: uit wiens krankzinnige koker was het voorstel gekomen? Juist, het kon weer niet missen. Zijn overbuurman zat er achter. De arts Holleman, door hem steeds Dolleman genoemd, die uit bezorgdheid vanwege de toename van obesitas alle namen van de straten in de buurt wilde veranderen en het college van B & W had er natuurlijk uit modieus publiciteitsgevoel wel oren naar. Hij had zich naar het raadhuis begeven en het plan ingekeken. De hele Suikerbuurt zou andere namen krijgen. Zijn eigen Basterdsuikerstraat zou Achterhamstraat gaan heten en het schilderachtige Rietsuikerplein Katenspekhof, kortom alle verwijzingen naar suiker zouden worden vervangen door producten van het varken. Belachelijk!

Holleman was, vond ik, een versjteerder, want alhoewel de arts pas drie jaar geleden in de Basterdsuikerstraat was komen wonen, had hij met instemming van de gemeente drie bomen laten kappen en zijn voortuin veranderd in een betegelde parkeerplaats, zodat zijn patienten hun auto's daar kwijt konden. De straat had hevig geprotesteerd tegen de kap, maar ik had me afzijdig gehouden, want zelfs al zouden de bewoners gewonnen hebben en de bomen gered, Holleman zou dan ongetwijfeld de bomen hebben vergiftigd met een of ander zuur. De bomen werden uiteindelijk ondanks de protesten toch omgezaagd. Maar nu was Holleman ook voor mij een stap te ver gegaan. Hoe kwam hij er op de naam Basterdsuikerstraat te willen veranderen in Achterhamstraat? Hoe kan ik, Simon Polak, het tegenover mijn vrienden en bekenden verantwoorden in de Achterhamstraat te blijven wonen? Goed, mijn grootvader van vaders kant had tijdens de oorlog ondergedoken gezeten in het Friese Drogeham, een voorval dat hem zolang hij leefde enorm plezierde omdat hij regelmatig de vraag kon stellen:" Je mag er wel in wonen, maar het niet eten?"
Achterhamstraat, Katenspekhof, 1e en 2e Rookworststraat, Babi Pangangsingel? Hoe kwam die vent er op? Het leek er verdraaid veel op of hij het op mij persoonlijk gemunt had. Met zo'n constatering moet je voorzichtig zijn, want zodra je zo'n vermoeden uit, blijkt Holleman een joodse overgrootvader te hebben aan moederskant en zegt men dat ik last heb van typerende semitische paranoia en overal spoken zie, alsof een joodse overgrootvader voldoende is om iemand van antisemitisme te vrijwaren. Ik moet er er met Kasper Keimpema over praten. Hij woont op de Suikerklontdreef, maar belangrijker, hij heeft anders dan ik een joodse moeder. Ik was gisteravond al bij hem aan de deur, maar hij was er niet. Vanochtend was hij wel thuis en ik ben net terug van een bezoek aan Kasper, hij had niks van de door het college van B. en W. goedgekeurde plannen van Holleman gehoord en hij schrok toen ik hem vertelde dat binnen afzienbare tijd de Suikerklontdreef Schoudercarbonaderade zou gaan heten. "Om de dooie dood niet, zijn ze helemaal mesjogge? Daar steken wij een stokje voor Simon! Als die Holleman zo begaan is met het leed der mensheid en obesitas wil bestrijden, dan weet ik ook nog wel een paar ziekten die bestreden moeten worden. Jij en ik ontwikkelen een nieuw plan en dat lanceren we in het Joods Nieuwblad." En in een mum van tijd suggereerde Kasper een stel nieuwe straatnamen: Diabetesdreef, Carcinoomgaarde, Pleuritusstraat, Influenzasingel, Leprahof, Tyfusplein. "Allemaal heel leuk, maar daar trapt het College van Burgemeester en Wethouders natuurlijk niet in, ik trouwens ook niet, want ik heb geen enkele behoefte in de Pleuritusstraat te wonen", zei ik.