8.1.08

Biografie


Het lijkt erop dat de populariteit van de strip enigszins tanende is. in 2000 was er een enkel en alleen aan "Peanuts" gewijde winkel in "The Mall of the Americas" in Minneapolis, in 2007 bleek de winkel verdwenen. Maar in de "International Herald Tribune" is "Peanuts" nog steeds de eerste van de acht elke dag gepubliceerde strips en dat zegt waarschijnlijk meer dan een winkel in 's werelds grootste shoppingmall. Ik las net de biografie van de schepper van "Peanuts" (ook bekend als Charlie Brown of Snoopy), Charles Schulz. De schrijver, David Michaelis, kreeg alle medewerking van de familie van de in 2000 overleden tekenaar/schrijver, maar na het verschijnen van het boek ("Schulz and Peanuts, a biography", Harper, ISBN 978-0-06-621393-4) is men niet gelukkig, melden Amerikaanse kranten. Ik vind het een geweldig portret van een uiterst complexe man: totaal geen eigendunk, maar met een enorme wil om de beste te zijn. Veel van wat er in de strip verscheen blijkt autobiografisch en Michaelis toont dat aan, door op de juiste momenten in zijn verhaal een Peanutsstrip af te drukken. De uiterst bazige Lucy is gemodelleerd naar Schulz's eerste vrouw en wanneer het huwelijk uiteindelijk op de klippen loopt, beleeft - hoe escapistisch - Snoopy zijn vliegeniersavonturen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Michaelis' boek toont aan hoe een goede biografie gechreven moet worden, na heel veel research wordt het kaf van het koren gescheiden en ontstaat een uiterst leesbaar boek. Dat kan ik helaas niet zeggen van "Steve Goodman, Facing the Music" (ECW Press, ISBN 978-1-55022-732-1) van de hand van Clay Eals. Ik had Goodman eind jaren zeventig in Amsterdam ontmoet en geinterviewd, dat was de reden dat Eals me alweer een aantal jaren belde en me vroeg me mijn herinneringen aan Steve met hem te delen. Steve was naast Tom Waits een van de zeldzame Amerikanen, die ik in de jaren zeventig interviewde, die oprecht geinteresseerd was in ons land en me vroeg wat meer dan Amsterdam te laten zien. Eals heeft ongelooflijk veel research verricht, maar een onleesbaar boek gewrocht, omdat hij ieder detail de moeite van het vermelden waard vindt. Zelfs de ervaring van een Amerikaanse dame ["Joan DeFalcis (now Hauger")] n.a.v. de reactie van het publiek in "De Melkweg" op één liedje dat Steve Goodman daar zong ("The audience was very, very cold.") vindt hij de moeite van het publiceren waard. Dat hij mij een reputatie toedicht van Studs Terkel in Chicago laat ik volledig voor zijn rekening, waarschijnlijk heeft hij die kwalificatie aan dezelfde dame ["Joan DeFalcis (now Hauger")] ontleend. Ik heb haar nooit ontmoet. Het boek wordt door dit soort niet terzake doende ontboezemingen volslagen oninteressant.