De advertenties van de automobielindustrie waarin een vijfde deur werd aangeprezen heb ik nooit zo goed begrepen: een kofferdeksel is geen deur. In de jaren dertig was er overigens wel degelijk sprake van een deur, sommige auto's hadden een tweeledig doel: gedurende de week bestel- in het weekend een tourwagen. Bovenstaande Ford is daar duidelijk een voorbeeld van en hij heeft ook een echte vijfde deur.
Bij deze naoorlogse Citroën 11 "Commerciale" is er geen sprake van een deur, je zou hooguit kunnen spreken van een bijzonder groot kofferdeksel. Het openhouden met behulp van de wat ielig ogende stang lijkt me geen sinecure. Eerdere Commerciales hadden een koffer die in twee gedeelten te openen was: het ene deel scharnierde naar boven, het andere naar beneden.
In Denemarken gaf men een kleiner type Citroën in 1947 wel een gewone deur.
Vanaf 1949 werd de carrosserie in Kopenhagen gewijzigd, de achterste zijruiten werden verwijderd en een houten roldeur sloot de auto af. Ook werden speciale, halve bumpers gemonteerd.
Maar omdat de houten roldeur in de winter vastvroor en in de zomer rammelde, werd deze al gauw vervangen door een gewone metalen deur, anders dan op het afgebeelde modelletje werden de halve bumpers trouwens wel gehandhaafd.
