14.1.08

Type 41

Er schuilt natuurlijk een enorm stuk tragiek in: een auto willen bouwen, die in veel opzichten de concurrentie achter zich laat. Dat was exact wat Ettore Bugatti met zijn gigantische Type 41 "Royale" voor had. Rolls-Royce, Hispano-Suiza, Duesenberg, Isotta-Fraschini, Packard zouden in het niet verzinken bij zijn creatie. Hij hoopte op koninklijke klandizie, vandaar de naam, maar zou er uiteindelijk slechts drie aan normale stervelingen verkopen. Op het chassis van de allereerste (chassisnummer 41100) werden vijf verschillende koetswerken gezet. Goed, de allereerste was, die van een Packard uit 1925 en diende om ervaringen op te doen. Maar de vier anderen werden wel degelijk voor de verkoop geconstrueerd: is er geen belangstelling voor deze carrosserie, misschien is er wel belangstelling voor deze.


De Packardcarrosserie op chassis 41100, er naast staat een fiets op dezelfde schaal, om een indruk te geven van de enorme afmetingen van de auto.


De coupé.


De derde carrosserie.


De door Weymann in Parijs gebouwde "coach", won een Concours d'Elegance in 1929 in Parijs,
maar raakte zwaar beschadigd bij een ongeluk.


Tenslotte werd het chassis door de fabriek in Molsheim van een zg. "Napoleon"-coupékoetswerk voorzien. De auto bleef vervolgens Bugatti's persoonlijke transportmiddel.