“Avia” (Akciova Spolecnost Pro Prumsyl Letecky, onderdeel van het Skodaconcern) was een Tsjechische vliegtuigfabriek, die tijdens de Duitse bezetting onder meer een variant van de Messerschmitt 109 fabriceerde. Na de oorlog werd de 109 als Avia S199 gebouwd, toen de Daimler Benz-motoren van het type 605 opraakten, werden Junkers 211F-motoren ingebouwd, motoren, die o.a. in de Junkers bommenwerper J88A-4 een plaats hadden gekregen. De opstijg- en landingskwaliteiten van de 109 gingen daardoor bepaald niet vooruit en Tsjechische piloten noemden het toestel “Mezec” (muilezel). Het werd het eerste jachtvliegtuig van de Israelische luchtmacht. Ze werden vanaf 20 mei 1948 in delen in kratten verpakt en met een Curtiss C46 van Tsjechoslowakije naar Israel gevlogen en daar gemonteerd. Op 29 mei 1948 werden de eerste vier toestellen afgeleverd aan 101ste jachtvliegtuigsquadron in Ekron bij Tel Aviv, van de vijf piloten, die het toestel konden vliegen waren slechts twee Israeli, onder wie de latere president Ezer Weizman.