Zou ik nu weer in Leeuwarden willen wonen? Nee. Dat ligt niet alleen aan de stad, maar ook aan mij, aan mijn nostalgische behoeften: er teveel onherstelbaar veranderd om me opnieuw thuis te voelen. Namen zijn verdwenen. Ik noem er in willekeurige volgorde een paar: Garage Steinvoorte aan het begin van de Groningerstraatweg, de aardige secretaris van de PvdA-afdeling Johannes de Jong, die, nadat mijn stem gewisseld was en sprekend op die van mijn vader leek, steevast zijn telefoontje begon met: "Nico, must es hore", waarop ik voorzichtig interrumpeerde: Nee, meneer de Jong, U spreekt met Wim", mijn tante Baukje, die de telefoon opnam met: "Met vrouw Van der Wal" en nooit, zoals mijn moeder, het "deftige" mevrouw gebruikte. De Hillman- en Commergarage op de Tweebaksmarkt, de in mijn ogen enorme takelwagen, van een firma die ergens in een zijstraat van de Harlingerstraatweg thuishoorde, maar waarvan ik de naam vergeten ben, het is er allemaal niet meer.