Revival-jazz, heeft anders dan soms wordt beweerd, nooit een enorme impact gehad op de totale jeugd van vlak na de oorrlog, en alhoewel nooit helemaal verdwenen, werd hij eerst verdrongen door rock 'n roll en in de jaren zestig door, wat ik hier maar popmuziek zal noemen, ofschoon daar bijvoorbeeld in de Verenigde Staten veel meer onder wordt bestaan: er stonden vanaf toen geen oudere mannen meer op het podium, maar leeftijdsgenoten, die - een andere term voor de pop van toen - beatmuziek maakten. Revival-jazz werd ondergesneeuwd, bleek uiteindelijk niet aantrekkelijk genoeg, dat had een aantal oorzaken: er stak iets revolutionnairs. iets nieuws in rock 'n roll, het publiek raakte uitgeluisterd op altijd maar weer "When the saints go marchin' in", "High Society", "Jazz me blues" etc., in plaats van in de archieven te duiken kozen sommige orkestjes voor het "verjazzen" van werkjes met een totaal andere achtergrond: "Schlafe mein Prinzchen" door Papa Bue is daar een fraai voorbeeld van, maar ook The Dukes of Dixieland deden aan die onzin mee met "Over the waves", om te zwijgen over dit vaderlandse wanproduct van Ted Easton. Er waren anderen die het nodig vonden over te gaan tot verkleedpartijen, ik noemde gebadpakte bandjes al, heren uit de Walt Disneystal hesen zich in brandweerluiscostuum en noemden zich de Firehouse Five plus Two (foto).Twee mannen uit Lu Wattters' Yerba Buena Jazz Band, met wie het allemaal net voor de oorlog begonnen was, bliezen ongehinderd vrolijk verder, ieder uiteindelijk in een eigen orkest: Bob Scobey en Turk Murphy, van laatstgenoemde horen we hier het meest gevraagde nummer toen revival-jazz nog hoge ogen gooide.