26.5.20

HONDJE 2

Behalve aan ingescheurde hondendrollenzakjes heb ik een ontzettende hekel aan mijn voornaam, want wie heet er nou in godsnaam Giselda, maar het komt zo: ik ben de derde van vier zussen, mijn oudste zuster heet Klazina naar de moeder van mijn moeder, de daarop volgende zuster heet Geertje naar de moeder van mijn  vader, ik heet Giselda naar de vader van mijn moeder en mijn jongste zuster heet Frederika naar de vader van mijn vader, zo ging het vroeger nu een keer bij het geven van namen, ik kan daar nog verschrikkelijk kwaad om worden, want zo'n naam draag je tot je dood mee, of niet soms? Ik herinner me nog heel goed het feminisme van de jaren zeventig, maar daarover heb ik Hepie Dankona nooit over gehoord, die had het alleen maar over bazen en buiken en ik hoor er vandaag de dag ook niemand over, ik bedoel de belachelijke vervrouwelijking van mannennamen, want Klazina is natuurlijk afgeleid van Klaas, Geertje van Geert, Giselda van  Giseldus en Frederika van Frederik en zo kan ik nog wel een paar uur doorgaan: Cornelia komt van Cornelis, Hendrika van Hendrik en Jasperina van Jasper,  daarom vond ik Trea altijd zo'n mooie naam. Ik had graag Trea willen heten, ik heb mijn man Cor, die eigenlijk Cornelis Henderik heette en die vijf  jaar geleden is gecremeerd, dan ook gevraagd om mij Trea te noemen, maar daar had hij geen zin in en daar heb ik me maar bij neergelegen, toch hadden we best een goed huwelijk, na zijn overlijden heb ik Van der Blaf  genomen, het is een aardige afleiding, toch lopen de kosten aardig op want ik moet belasting voor hem betalen en dat hoeven de mensen met een kat, die de hele dag in je tuin omwroet en  poept zonder dat het wordt opgeruimd, niet en Van der Blaf moet ook eten en daar boven op komen dan de zakjes waarover ik al eerder geschreven heb, soms kan ik me dan ook best voorstellen dat krapzittende mensen, die het van  een klein pensioentje moeten hebben zoals ik, vooral als ze een grote hond hebben, geen zakken kopen, want vooral grote zakken zijn duur.
Gelukkig kan ik mijn naam afkorten tot Selda, maar officieel blijft het natuurlijk Giselda, zo staat het ook in mijn bejaardenpas, ik weet niet waarom ik die heb, want ik krijg nergens korting, behalve als ik naar de oudheidkamer in het dorp ga, maar daar ga ik nooit  heen want Van der Blaf mag  daar niet  in.
Zaterdagmiddag kreeg ik een aan mij geadresseerde folder in mijn brievenbus, een paar jaar geleden zou ik die 's ochtends al ontvangen hebben, maar sinds de echte postbodes zijn verdwenen en vervangen door iedere dag een ander jeugdig, in oranje gestoken, op het trottoir fietsend persoon komen de brieven en drukwerkjes 's middags tegen vieren. De folder vroeg of ik ten bate van de zwerfhonden in Suriname maar even drie euro per maand over wilde maken, waarom ik me speciaal het lot van  de Surinaamse zwerfhonden zou moeten aantrekken en niet die in België of Armenië meldde de folder niet, maar als beloning maak ik kans op een naar het leven geschilderd olieverfportret van Van der Blaf, maar het kan natuurlijk komen doordat Suriname vroeger een Nederlandse kolonie geweest is. Tegelijkertijd ontving ik  een brief van Katja, de vriendin uit mijn jeugd, die eigenlijk Carolina heet, maar haar man Gijsbertus was, anders dan  mijn Cor, die vijf jaar geleden gecremeerd is, bereid om haar anders te noemen. Gijsbertus was werkzaam bij de plantsoenendienst in Den Haag, maar is inmiddels natuurlijk met pensioen, dat komt goed uit want zij willen volgende week woensdag langs komen en dan kan hij mij mooi adviseren welke planten ik in mijn tuintje kan zetten want de begonia's ben ik nu wel zat en ook vertellen hoe ik de katten er uit kan jagen, ik heb gehoord dat er een systeem is dat net zo werkt als schrikdraad om koeien in de weilanden te houden, dat lijkt mij erg goed al is het precies omgekeerd, ik zie die sluipgluiperds, waarvan ik de eigenaars nog nooit een drollenzakje heb zien aanschaffen, al flinke luchtsprongen maken. In ieder geval ga ik niet drie euro per maand aan de Surinaamse zwerfhonden overmaken, het geld groeit mij niet op de rug, dan maar geen geschilderd olieverfportret van Van der Blaf.
Giselda Botermelk-van Assen.