16.7.22

Geen benzine

 Citroën 11UB
De Citroën 11UB staat wat wonderlijk samen met een Duitse "Kübelwagen" en een Amerikaanse Jeep in een hoek van het Brusselse automobielmuseum. Ergens begrijp ik het wel: hier is een tafereel uit de Tweede Wereldoorlog gecreëerd. Op een andere plaats in het museum staan een paar kleine auto's bij elkaar een Peugeot VLV, een  Rovin en een Crosley. Ik zou dat anders hebben ingericht, ik zou de Citroën en de Peugeot naast elkaar gezet hebben. Waarom? Omdat beide auto's een oplossing tonen voor het benzinegebrek in de oorlog: de Citroën door de installatie van een houtgasgenerator, de Peugeot VLV (waarvan maar 377 exemplaren gebouwd zijn) met een elektromotor. Die VLV toont dat er al eerder werd nagedacht over het vervangen van de verbrandingsmotor en dat elektra niet door het Californische Tesla op de kaart is gezet. Om dat  helemaal duidelijk te maken zou ik de Detroit Electric uit 1915 er naast zetten. Afkomstig uit een fabriek die van 1907 tot 1942 elektrische auto's leverde, oorspronkelijk gedacht voor gebruik in de stad door dames omdat de bediening simpel was. De auto in het Brussels museum heeft een originele fabriekscarrosserie, later - in de jaren dertig - gebruikte men Willys-Overlandbodies.
Peugeot VLV
Detroit Electric