Citroën 11UB
De
Citroën 11UB staat wat wonderlijk samen met een Duitse "Kübelwagen" en
een Amerikaanse Jeep in een hoek van het Brusselse automobielmuseum.
Ergens begrijp ik het wel: hier is een tafereel uit de Tweede
Wereldoorlog gecreëerd. Op een andere plaats in het museum staan een
paar kleine auto's bij elkaar een Peugeot VLV, een Rovin en een
Crosley. Ik zou dat anders hebben ingericht, ik zou de Citroën en de
Peugeot naast elkaar gezet hebben. Waarom? Omdat beide auto's een
oplossing tonen voor het benzinegebrek in de oorlog: de Citroën door de
installatie van een houtgasgenerator, de Peugeot VLV (waarvan maar 377
exemplaren gebouwd zijn) met een elektromotor. Die VLV toont dat er al
eerder werd nagedacht over het vervangen van de verbrandingsmotor en dat
elektra niet door het Californische Tesla op de kaart is gezet. Om dat
helemaal duidelijk te maken zou ik de Detroit Electric
uit 1915 er naast zetten. Afkomstig uit een fabriek die van 1907 tot
1942 elektrische auto's leverde, oorspronkelijk gedacht voor gebruik in
de stad door dames omdat de bediening simpel was. De auto in het
Brussels museum heeft een originele fabriekscarrosserie, later - in de
jaren dertig - gebruikte men Willys-Overlandbodies.
Detroit Electric