Het moet inmiddels zo'n tien jaar geleden zijn dat ik, zonder dat er een
feestelijke of bijzondere gelegenheid was, een vrouw in klederdracht
zag. Het was een vrouw uit Spakenburg/Bunschoten boodschappen doend in
Baarn. Niet dat in mijn jeugd veel vrouwen in Frysk kostúm op de
Ljouwter Nijstêd rondwandelden, maar ze waren er wel. In mijn volgende
woonplaats Den Haag was dat anders: ook in de binnenstad kwam je
duidelijk herkenbare vrouwen uit Scheveningen tegen. Maar als dagelijkse
dracht is, na al langer geleden het mannen-, ook het vrouwenkostuum in
Nederland vrijwel totaal verdwenen. Daarin is ons land niet uniek: ook
in Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Zweden, noem maar op, zie je,
behalve op feestelijke bijeenkomsten, geen drachten meer. Her en der
zijn souvenirs te koop, soms niet meer dan plastic prullaria, poppetjes
gestoken in iets dat vage herinneringen oproept aan een klederdracht
(hier voert Volendam de boventoon), maar een andere keer zijn die poppen
prachtig en accuraat, zoals die van Charlotte Weibull
uit het plaatsje Åkard vlak bij Malmö. Uit haar werkplaats komen
trouwens niet alleen poppen (foto), maar ook complete kostuums.