Opnieuw twee broers, in dit geval de
tweeling F.E. en F.O. Stanley of vollediger Francis O. en Freeland O.,
die een bijdrage leverden aan de ontwikkeling van de automobiel. F.E.
was de technicus van de twee, hij ontwikkelde ondermeer een speciaal
soort fotoplaat, F.O. werd onderwijzer, maar in 1885 startten ze samen
in Newton (Mass.) de "Stanley Bros Dry Plate Manufacturing Co." Na
bezoek aan een plattelandsmarkt in Brockton Falls, waar ze kennis
maakten met het fenomeen stoomauto, besloten ze er zelf een te bouwen en
op de volgende jaarmarkt in Brockton Falls maakte F.E. een aantal
rondjes in zijn zelf gebouwde "Stanley". In datzelfde jaar begon de
productie van van de Stanley Steamer en in de herfst van 1899 waren er
200 afgeleverd. Hun patenten waren eerder dat jaar voor $250.000 gekocht
door de heren Walker (eigenaar van "Cosmopolitan Magazine" en Barber
(een steenrijke financier), met de afspraak dat de Stanleys zich
gedurende twee jaar uit de automobielbouw zouden terugtrekken. De
nieuwe firma ging "Locomobile Co. of America" heten. Kort daarna kregen
Walker en Barber ruzie en ontstonden twee bedrijven "Locomobile" en
"Mobile", beide overigens met de Stanleys als adviseurs. In 1899
verkochten ze hun fotografische industrie aan Kodak. De Stanleys hielden
zich niet aan de afspraak om geen stoomauto's te bouwen, ontwikkelden
een nieuwe wagen en werden vervolgens bedreigd met een rechtzaak. Ze
kozen eieren voor hun geld en pas in 1901 kwam hun auto op de markt. De
nieuwe firma heette "Stanley Motor Carriage Co.". Ze kochten bovendien
hun oude octrooien terug. De rol van auto's met een stoommachine was in
het begin van de 20e eeuw nog lang niet uitgespeeld, van de 909 in de
staat New York geregistreerde auto's reden er in 1902 485 op stoom. Er
werden snelheidsrecords mee gebroken: in 1906 reed Fred Marriott 205km/u
met de Stanley "Beetle" (foto onder) op het strand van Ormond in Florida.
Hier een filmpje een Stanley Steamer uit 1908.