21.4.23

L&W


Waar de  heren Lumsum & Wladzakker nu precies in handelden is me zelfs na jaren niet duidelijk, maar misschien ben ik het ook vergeten. Arie Wladzakker kende ik van school, ooit had ook hij het nobele plan de jeugd te gaan onderwijzen, maar daar kwam noodgedwongen  een eind  aan toen er op onverklaarbare wijze instrumentarium uit het natuurkundelokaal was verdwenen, de kweekschool  politie inschakelde en na enig onderzoek bleek dat Arie drie bunsenbranders en een microscoop ongevraagd had meegenomen. Hoe en of hij is gestraft is me volledig ontgaan, ik had het te druk met studie. Ik zag hem pas een paar jaar later  terug in het dorp, nadat hij een relatie  begonnen was met een ietwat ongunstig bekend staand meisje uit de straat waar ik woonde. Zij heette Erika, dat was in 1963, als je twintig was, een wat bedenkelijke naam. Mijn moeder wist me te  vertellen dat Duitse soldaten graag gemarcheerd hadden op de tonen van een lied met dezelfde naam en dat het haar  niet zou verbazen als de vader van Erika had meegemarcheerd en meegezongen: we leefden in begin jaren zestig nog duidelijk met een besef van onderscheid tussen goed en fout gebaseerd op het gedrag van vaderlanders tussen de jaren veertig en vijfenveertig. Een jaar of drie later, ik woonde inmiddels niet meer in het dorp, had Arie, naar later bleek samen met Erika's broer Henk, een winkeltje in naaigerei overgenomen aan de Kaaistraat, zo ontstond de firma Lumsum & Wladzakker en dat het niet bij naaigerei bleef was de oplettende bewoners van het dorp snel duidelijk.