27.4.23

Reppen

U hebt zich wellicht eens afgevraagd  hoe het komt dat uit Nederland meer Joden zijn gedeporteerd en vermoord dan uit andere westeuropese landen. Het antwoord ligt voor de hand en was  vandaag weer duidelijk zichtbaar. Nederlanders mochten voor de oorlog graag schamperen over voddenjood. En het kwam inderdaad wel voor dat sommige, dus niet alle, Joden werkzaam waren in de handel in lompen en  metalen. Kortom handel waarin  de rest van de  Nederlandse bevolking geen brood zag. De handel daarvan is inmiddels overgegaan op Koningsdag in  nazaten van Nederlanders, die het af lieten  weten tussen 1940 en 1945. Ik zag dat vandaag weer in mijn dorp. Maar ik repte, zover men van reppen kan spreken bij het  gebruik van een rollator, me vervolgens huiswaarts omdat ik gaarne de capriolen van  Koning Max, waarachter,  naar ik meen Jan  Slachthuis o.i.d. zich bevindt. Hij had zijn tent letterlijk en  figuurlijk opgeslagen voor de voormalige woonte van de voorvorige majesteit en had  zich dagenlang voorbereid op een  gedegen vraaggesprek en daartoe vele kladblaadjes volgeschreven en meegenomen, zodat van elke spontaniteit geen sprake kon zijn.  Hij praatte met een autoriteit op het gebied van het koonlijk huis, die  zich de vorige avond beklaagd had over het handgebruik van de majesteit.  Het  blonde, en nu had ik bijna dus geschreven,  maar  dat mag niet meer, het hoort vandaag de  dag  en  te zijn, domme wezen nam tal van Oranjes door, terwijl haar door mijn vader  steevast pleetrekkers geheten  oorversierselen vrolijk rinkelden.  Daarna was de beurt aan  Karin Bloemen, die  eerst  zeer gedegen  aan  de tand werd gevoeld over haar toilet door Slachthuis o.i.d. en daarna vanaf het  balkon iets in het Frans mocht galmen. Toen heb ik mijn televisie  ter  bescherming  van de uiterst  gevoelige oren van mijn kat maar uitgezet.