Ach, de
jaren zestig, toen elke Haagse straat zijn eigen beatbandje had en de
Laan van Meerervoort, want die is erg lang, minstens zevenentwintig. Eén
ervan was de Barracuda Boys. Ze werden gemanaged - want een bandje dat
wat wilde voorstellen had een manager - door een buurman van één van de
Boys, die iets van muziek wist, want hij hield van opera en zijn
echtgenote had in een recent verleden drie maanden zangles gehad van Bep
Vochterdrop in Hilversum. De manager, Arie Bekouchgaander, had vijftien
brieven verstuurd aan Skip Voogd (AVRO) en dertien aan Herman Stok
(VARA) om aandacht te vragen voor de uitzonderlijke muzikale
kwaliteiten van het viertal dat hij onder zijn hoede had en waarin hij
keer op keer meldde dat de Barracuda Boys al een succesvol optreden
achter de rug hadden op het jaarfeest van een Muloschool in Nootdorp en
binnenkort ook gingen musiceren in de kantine van de rolschaatsbaan aan
de Laan van Poot. Bekouchgaander had aan elke brief een foto toegevoegd
waarop Henk "Momser" van Sneuteren, gitaar; Jimmy "Onky" Merommes,
gitaar; Flip "Snops" Palderaffes, basgitaar en diens broer Siem
"Birdybird" Palderaffes, drums voor een PCC-car van de HTM waren
vereeuwigd. Aan de laatste vijf brieven, zowel aan Voogd als aan Stok,
had hij eveneens een postzegel voor antwoord bijgesloten, maar
desondanks had hij niets teruggehoord.