Autofabrikanten waagden zich in jaren dertig van de vorige eeuw zich nog wel eens aan een experiment, en als ze dat niet zelf deden dan was er altijd wel een bevriende fabriek die een poging deed, zoals de Nordberg Vagnfabrik in Zweden die in 1933 op basis van een Volvo de Venus van Bilo bouwde, dat was op zichzelf al een grapje want een auto heet in Zweden een bil.
Chrysler, het degelijke, Amerikaans merk, probeerde in dezelfde periode een gestroomlijnde wagen in de markt te zetten, de Airflow. Het werd een mislukking, de Amerikanen waren niet rijp voor zo'n revolutionair ontwerp.
Wat Chrysler niet lukte, lukte Peugeot een paar jaar later wel met de langs dezelfde lijnen geconcipieerde 402, die weer tot de 302 en de 202 leidde.
Soms was er een zelfstandige firma die met iets afwijkends kwam, dat later dan, zij het iets conventioneler werd overgenomen door een bekendere fabriek, maar dit is de originele Burney, voordat Crossley zijn tanden er op stuk beet.



