Van het ene uiterste, de Spatz, naar het andere, een Mercedes-Benz 220 cabriolet, kosten: eind jaren vijftig rond de 22000 Mark, terwijl de vierdeurs limousine ongeveer de helft kostte. In het vooronder zat een zescylinder van net geen 2200cc, de versnellingshandle zat, wat in die jaren gebruikelijk was, aan het stuur. De benzinetank kon 62 liter bevatten en de wagen gebruikte 14 liter super per 100 kilometer. De topsnelheid was 160 km/u.

