Vanmorgen heb ik me toch nog maar eens aan het lezen van Simon Turksma's briefkaart gezet en er staat dit:
"Lieve mensen. Er zijn alweer 2 weken om en het is weer schrijfdag. De dagen vliegen om en de eene dag lijkt nog meer op de andere. Schitterend weer, maar wel veel wind en vooral stof. Kunnen jullie mischien een stofbril krijgen die over mijn bril past. M'n eigen past er niet over en als jullie willen stuur ik die dan naar Drachten. Op 't ogenblik ontgin ik heide. Sturen jullie a.u.b. een kort kampbroekje. Jam hebben wij niet meer, daar we in 2 weken niets (onleesbaar) jam gekregen hebben. Kan U ook een pakje vloeitjes sturen mijnheer. Oom Sally is ook weg. M'n vader heeft 2 week geleden 8 sigaren ontvangen. Ik heb U shag ontvangen en als u nog eens wat heeft dan wou ik dat graag ontvangen. Gaat U maar eens naar mijnheer V. onze buurman om wat p. tabak. U zuster en man zijn vertrokken. Wij troffen Betty vaak. Het werk is tamelijk zwaar. Groet U Willy en Johan en Jan Heida uit Beetsterzwaag. Met m'n ouders en tante is het goed. U moet de hartelijke groeten van hen hebben. Wij hopen hier nog te blijven, maar het wordt een toer. Nu lieve mensen een zoen en een stevige handdruk van jullie S. Turksma, jullie vriend Simon. Barak 68. Lager Westerbork."
In een ander lastiger te lezen handschrift staat er: "Dag mijn lieven en zoen van (onleesbaar) hebben een paar sigaren, een beetje pittigs lieven, wij vragen toch niet te veel. De sokjes (rest onleesbaar).
De kaart is geadresseerd aan Fam. Bloemendaal, Moleneind Nz. Drachten. Er staat geen nummer het moet 38 of 64 geweest zijn, tijdens de oorlog is het huisnummer gewijzigd. De door Simon genoemde Betty is mijn tante Betty, zij en haar man Jacques werden op 23 april 1943 in Sobibor vermoord.