"Dit is geen
leven", mompelde Katrien "na de dood", terwijl ze langzaam weer
bij haar positieven kwam. Ze probeerde te gaan staan, toen de bromscooter
van kapelaan Vincentius Unzigman, oorspronkelijk afkomstig uit het
Belgisch-Limburgse Kuttekoven, die juist het laatste oliesel aan een
parochiaan in Nes had toegediend, naast haar stopte en vroeg: "Amai,
vanwaar zijt ge zo bebloed en onbedekt? Naakt, mag ik wel zeggen, ge zijt toch
niet Zelikah, Potifars vrouw, zo laat nog onderweg? Ik kan u kond doen dat ge
in deze Friese uithoek Jozef niet zult treffen". "Jezus", zei
Katrien. "Nee, nee, zo moogt ge mij niet aanspreken", was Unzigmans
antwoord. "Ik ben opgestaan", zei Katrien. "Welnee, ge zijt nog
niet geheel herrezen, kom ik zal u op de been helpen" en hij greep Katrien
onder de rechterarm. "Dat bedoel ik niet", zei Katrien, "ik ben
uit het graf herrezen". "Jezus Christus", zei Unzigman en
zijn mond viel open. "Amai, dat kan niet waar zijn",
voegde hij er meteen aan toe, "tot dusver is er slechts één onzer opgestaan
en dat is de net door mij genoemde Jezus Christus en aangezien gij van de
vrouwelijke kunne zijt, lijkt het mij...". Hij werd onderbroken door een
jammerende Katrien: "Ik wil weer dood". "Dan klopt ge bij mij
aan de verkeerde deur, wij doen niet aan euthanasie." "Ik wil weer
dood en het kan mij niks verdommen waar u niet aandoet." "Ge zijt
wat ruw in de mond", zei Unzigman, maar nu pas viel het hem op dat de
vrouw die nu, zij het wankel, naast hem stond, wel heel erg weinig vlees
op haar botten had. Zou het dan toch waar zijn, werd hij hier in Frieslands
hoge noorden geconfronteerd met een uit het graf opgestane vrouw? Dan verzocht
ze dus niet om euthanasie maar om reuthanasie en hij vroeg zich af of Rome daar een
encycliek over had doen laten verschijnen. En onder supervisie van welke paus was zulks geschied? Simplicius III, Hilarius XIV? Hij zou het opzoeken, maar eerst, gedachtig de
Barmharige Samaritaan, zou hij de vrouw, die klaarblijkelijk toch waarlijk was
opgestaan naar een onderkomen voor de nacht transporteren. Hij trok zijn jas
uit en hing deze om haar knoken.