Van mijzelf heet ik Mallebreurtje, volgens mijn
vader was dat een naam uit De Kempen in België, daarom zijn Cor, mijn man die
vijf jaar geleden gecremeerd is - ik zeg dat er altijd maar even bij,
want Cor was toen de eerste Kwakernaak die gecremeerd werd en ik wil dat niet,
maar Cor werkte bij de Hoogovens - zo'n twaalf jaar geleden met de Opel
naar Kasterlee gereden en zijn we daar de kerkhoven langs gegaan om te kijken
of daar Mallebreurtjes begraven waren, maar helaas hebben we niemand
aangetroffen. Misschien had mijn vader het dus wel fout en komen
wij helemaal niet uit De Kempen maar bijvoorbeeld uit Drente, dat schijnt het ook
heel mooi te wezen, maar ik ben daar, net als in Friesland nooit geweest. Mijn
buurvrouw Aagje Platfladder haar grootvader kwam uit Drente, uit Donderen dat
vind ik een vreemde naam en persoonlijk zou ik daar niet graag vandaan komen,
heet iemand die daar weg komt een Donderaar of misschien wel een Donderer, ik
zal het Aagje toch eens vragen, al ben ik niet zo dik met haar, want ze
is nogal op zichzelf, ik heb aan Van der Blaf meer aanspraak.
Heb ik gisteravond naar Filemon op de Wallen gekeken
of naar Jan Smit, nou nee. Ik zet de televisie nauwelijks meer aan vanwege
al die getatoëerde apen die avond aan avond voorbij komen paraderen, zo’n opmerking
is natuurlijk een belediging voor een aap, want wat knoeien mensen
graag om en aan hun lijf, dat zie ik een gorilla of een sjimpaanzee nog niet doen
en het afschuwelijke is dat mensen ook niet met hun vurige tengels van de
soortgenoten van Van der Blaf af kunnen blijven, niet alleen door het afknippen
van staart en oren, maar ook door belachelijke fokprogramma's waardoor sommige
hondjes een te kleine schedel hebben voor hun hersens en daardoor lijden aan
epilepsie of andere verschrikkelijke ziektes, maar daar hoor en zie ik BNNVARA's
"Je zal het maar hebben" nooit over.
Gelukkig is het de laatste dagen koud en
regenachtig en komt daardoor weinig lelijks meer naar buiten, het fatsoen dat wij lang
geleden hadden meegekregen van onze ouders is vandaag de dag ver te zoeken, ik zag de
afgelopen zomer mannen van mijn leeftijd in korte broek door het dorp flaneren
met spataders en al, het liefst op een electrische damesfiets, want behalve hun
jongeheer omhoog krijgen ze ook hun been niet meer over de stang van hun fiets,
vrouwen zijn trouwens niet veel beter, bovendien eten ze veel te veel en in
plaats van naar de kerk gaan ze naar de zonnebank.
Ik moet ook nog even terugkomen op de hondedrollen,
want vanochtend werd ik lastig gevallen door een bejaard manspersoon - hij leek
mij dichter bij de negentig dan bij de tachtig - maar hij had desalniettemin
een lichtpaarse broek om zijn kont, die mij beschuldigde van het feit dat ik
Van der Blafs uitwerpselen, hij gebruikte het woord feses, niet had opgeruimd
en dat hij er daarom met zijn schoenen, hij gebruikte het woord lofers,
ingetrapt had. Nou kan ik redelijk veel hebben, maar zeker geen valse
beschuldigingen door een paarsgebroekte oude van dag, dus ik toonde hem drie
lege poepzakjes die ik altijd bij mij draag, maar de antieke rimpelaar was
daarmee allesbehalve tevreden en zei dat iedereen wel zakjes bij zich kon
dragen maar toch zijn drolletjes niet wenste op te ruimen. Toen werd ik echt
giftig en vroeg hem: "Hebt u Van der Blaf zien poepen en krijgt u daar een opgewonden gevoel bij?" De rapen waren vervolgens gaar want hij wilde mij te lijf,
gelukkig passeerde op dat moment een lid van het zangkoor "Wilt heden nu
treden", waar ik een blauwe maandag lid van geweest ben en bovendien slager
aan de andere kant van het dorp en die vroeg of ik problemen had. Ik
antwoordde bevestigend en zei dat paarsbroekemans mij lastig viel, die blies
vervolgens razendsnel de aftocht met de kreet: "Dat is de laatste keer dat
ik osseworst bij jou gekocht heb!"