Of ik het nog helemaal goed citeer is de vraag, maar het gedicht is me bijgebleven:
"Ou Amsterdam is tog so mooi
Met al sijn liggies uitgetooi
Dat flonker in die gragte"
Het klonk Nederlands, maar toch niet helemaal en was daarom interessant om te onthouden.
"Ou Amsterdam is tog so mooi
Met al sijn liggies uitgetooi
Dat flonker in die gragte"
Het klonk Nederlands, maar toch niet helemaal en was daarom interessant om te onthouden.
In mijn boekencollectie bevindt zich het boekje "Vir ons mense wat Hollands praat, een kennismaking met
het Afrikaans"* van Pamm Dingemans. Nooit spijt gehad van mijn
aanschaf, want wat oud-advocaat Peter Dingemans noteert is de moeite van
het weten waard. Het is een eenvoudig lesboekje waarin hij mijn kennis
van het Zuidafrikaans beetje bij beetje uitbreidt en soms zelfs
doodgewone Nederlandse woorden verklaart. Ik heb bijvoorbeeld nooit
begrepen waar de woorden opa en oma vandaan komen, in Zuid-Afrika heten
de grootouders nog alijd oupa (oude vader) en ouma (oude moeder), zo
zullen ze hier in de tijd van Jan van Riebeeck ook geheten hebben.
Dingemans constateert terecht dat Zuidafrikaans met een klein beetje
moeite best te lezen valt, het te verstaan is van een andere orde, maar
wie het horen wil kan hier bij Wannie Cartens terecht.
*Trichis Publishing bv, Rotterdam. ISBN 979-94-90608-47-7