Ik schreef al dat Kasper een moeilijk opvoedbare hond
is. Ik ben dan ook vanwege zijn gedragsproblemen een aantal keren met
hem bij het HOB (Honden Opvoedkundig Bureau) in Leeuwarden geweest, waar
een team van specialisten, onder wie een hondenpsychiater, zich over
Kasper gebogen heeft. Bij het laatste onderzoek, vorig jaar augustus,
hebben ze bij het HOB vastgesteld dat Kasper lijdt aan DADHD ( dog's
attention deficit hyperactivity disorder) en hij krijgt nu dagelijks een
aantal pilletjes cretilin (canine retilin) door zijn voer, niet dat het
helpt, want nog altijd kan hij niet stilzitten, friemelt hij aan zijn
staart, blijft hij op zij Norwegeraners blaffen (d.w.z. geluiden, die
het midden houden tussen gorgelen en winden laten, uitstoten), vergeet
hij waar ik zijn bal of zijn speelgoedmuisje heb heengegooid en luistert
hij niet. De kwaal heeft zich tijdens onze afwezigheid alleen maar
verergerd, want tijdens het uitlaten gisteravond begon hij, voordat ik
mijn schepje en plastic zakje kon pakken, zijn uitwerpselen met zijn
poten in het rond te vegen, zodat mijn broekspijpen in een mum van tijd
besmeurd waren. Op dat moment passeerde een bekende medewerker van
'Omrop Fryslân', die meteen zijn pedalen stilhield en vreugdevol kond
deed, dat hij over het gedrag van Kasper best ''n fleurich sankje
meitsje koe".
Behalve dat ik met Kasper bij het HOB in Leeuwarden ben
geweest, heb ik ook met hem het Regionaal Kynologisch Relatiebureau -
het RKRB - in Groningen bezocht. Ik moest van de directrice van dat
bureau een uur lang Kasper over zijn buik aaien onder het mompelen van
"t komt allemaal goed" , terwijl wij - ik bedoel Kasper en ik - in een
zeer grote hondenmand lagen. Marga-Rina gaat nooit mee, niet naar het
HOB noch naar het RKRB, zij zegt dat zij geen enkele moeilijkheid heeft
met Kasper. Nee, wanneer je mij constant opzadelt met Kasper en zelf
geen hand uitsteekt, dan heb je natuurlijk nooit een probleem. Van een
mevrouw in de wachtkamer van het relatiebureau in Groningen hoorde ik
dat een vriendin van haar met een een zich misdragende Schwaermerbacher
Rodelhund* veel succes had gehad door hem een zogenaamde
rebirthingcursus te laten volgen. Maar daar ben ik - afgezien van de
prijs: tien sessies à 120 euro - nog niet aan toe en ik vrees dat Kasper daar nooit aan toe zal komen.
*Van verschillende
zijden ben ik door kynologen inmiddels op mijn vingers getikt: het is
geen Schwaermerbacher Rodelhund, maar een Rodelbacher Schwaermerhund is
mij verzekerd. Het is een in Noord-Italië in 1938 uit het kruisen van
een St. Bernhard en een chihuahua ontstaan ras.
Eerlijk gezegd weet ik bijzonder weinig van honden.
Meteen na de aankoop van Kasper, waar ik bijna tweeduizend euro voor
betaalde, heb ik het boekje uit de reeks "Ken Uw Viervoeter" aangeschaft
dat over de Norwegeraner handelt, waaruit bleek dat ik beter eerst het
boekje à raison van 14,95 euro had kunnen kopen, voordat ik Kasper
kocht. Een en ander had mij veel ellende kunnen besparen. Ik kwam er
trouwens achter dat Marga-Rina op aanraden van een vriendin
succesievelijk de hele reeks "Ken Uw Viervoeter" in de Openbare Leeszaal
had doorgenomen en tot de slotsom was gekomen dat een Norwegeraner de hond
voor ons was. Welnu, dat heb ik geweten. Inmiddels bedragen de kosten
buiten voeding om zo'n kleine dertienduizend euro. Want de prijzen van
HOB en RKRB zijn grotesk te noemen. Het is dan ook geen wonder, dat
zowel de directeur van het HOB als de directrice van het RKRB in een BMW
7-serie rijdt.
Summa summarum weet ik dus weinig van honden en ik werd
net weer eens op dat feit gedrukt, toen bleek dat een aantal zogenaamde
kynologen mij bedrogen had met de mededeling dat een Rodelbacher
Schwaermerhund een kruising zou zijn tussen een St. Bernhard en een
chihuahua. Ook dat blijkt namelijk onjuist en ik bied dan ook de lezers
volmondig mijn excuses aan. Een Rodelbacher Schwaermerhund is een sinds
2004 door de AMERICANINES (American Canine Society) erkend ras, ontstaan
door het kruisen van een Whoopier Ruftstander en een Connecticut
Roughhaired Simplon Queerbreed.
Tot mijn verbazing ontving ik tevens een een email van
ene mevrouw Rodzeman met het verzoek haar te bellen. Dat heb ik
ogenblikkelijk gedaan, mevrouw meldde zich met Berendina Rodzeman en
bleek voorzitster van de Nederlandse Norwegeraner Ras Vereniging (NNRV).
Zij betreurde het in ernstige mate dat het met Kasper gelopen is, zoals
het nu toe is gelopen en ze bood meteen haar hulp aan. De vereniging
beschikt ondermeer over een logopediste, die een Norwegeraner kan leren
blaffen. Daartoe wordt de hond een week lang door de logopediste in haar
huis opgenomen en door veel voor te blaffen schijnt de hond het geluid
dat, zoals ik eerder schreef, het midden houdt tussen gorgelen en
windenlaten te vervangen door heus geblaf. Daar hangt natuurlijk wel
weer een prijskaarje aan, maar het schijnt een intensieve cursus te
zijn, die slechts aan één hond tegelijkertijd kan
worden gegeven. Maar ik moet, om van deze faciliteit gebruik te kunnen
maken, eerst lid worden van de NNRV, die regelmatig bijeenkomsten
organiseert, waaraan honden als baasjes met Noorse vlaggetjes om poot,
respectievelijk arm, deelnemen. Mevrouw Rodzeman vertelde me dat
Norwegeraners zeer intelligente en leergierige honden zijn. De Griek
Aristoteles Tsaktsikides heeft zijn hond zelfs rembetica leren zingen,
terwijl Tsaktsikides hem daarbij op de bouzouki begeleid. Mevrouw
Rodzeman zei dat er plannen zijn om het duo naar Nederland te halen voor
de, in het Brabantse Zeeland in september a.s. te houden,
clubkampioenschappen. Ik begreep ook dat zodra een Norwegeraner zijn
natuurlijk geluid heeft vervangen door geblaf, hij niet langer
clubkampioen kan worden. "Nou", riep ik enthousiast, "dat
clubkampioenschap kan me gestolen worden, zolang ik van dat irritante
gegorgel en winden laten af ben." "Dan bent u toch min of meer een
uitzondering, meneer Koker, want de meeste clubleden willen toch graag
een kampioenshond." Mevouw Rodzema besloot het gesprek met de belofte ter kennismaking een exemplaar van het het clubblad 'Fjordene i Fjelden inn' op te sturen.