Na de Eerste Wereldoorlog moesten
diverse Duitse spoorwegmaatschappijen locomotieven, die in 25
verschillende series werden onderverdeeld, afstaan aan Frankrijk. Een
van de series betrof de oorspronkelijke Pruisische serie G8, een
vierassige goederenlocomotief met een drieassige tender, waarvan de
Franse Etat er veertig kreeg toegewezen, maar alleen de AL, in het weer
Frans geworden Elzas-Lotharingen, met 337 locomotieven en de Nord wisten
goed gebruikte maken van de G8, die in Frankrijk 040D ging heten. Ze
werden in het Noorden wel voorzien van de typerende Nordrookkastdeuren
en buffers. Dat maakt het voor de in Franse spoorwegen geinteresseerde
niet eenvoudig, want Duitse speelgoedfabrikanten maken uiteraard wel een
G8 , (later BR 55 geheten), maar geen Franse 040D en dat betekent van
een Duitse locomotiefje de rookkastdeur afzagen en deze vervangen door
een Nordrookkastdeur, vervolgens nog een aantal wijzigingen, waaronder
een andere schoorsteen en betere handrails aanbrengen en tenslotte de
machine omschilderen.