Het was een uitvinding van Adolphe Kégresse (1879-1943), een Frans ingenieur, werkzaam als hoofdverantwoordelijke voor het onderhoud van het tsaristisch wagenpark in St.Petersburg, om een gewone auto 's winters achter van rupsbanden te voorzien, een systeem dat de grondslag vormt voor de "half-track" en door hem o.a. toegepast op een Packard. Na de Russische revolutie keerde, hij met achterlating van de door onder zijn leiding geconstrueerde aanpassingen, terug naar zijn geboorteland en trad in dienst van Citroën. Eén van zijn constructies eindigde 's winters onder een op 11 juli 1922 door Lenin aangeschafte Rolls-Royce "Silver Ghost", 's zomers reed de wagen op normale achterwielen.
Citroën gebruikte Kégresses uitvinding om aan te tonen dat de Sahara-, en later de Gobiwoestijn, niet alleen te doorkruisen waren op de rug van een kameel, maar ook door een automobiel voorzien van half-tracks.
Natuurlijk werd al gauw het militair potentieel van de half-track in een heuvelachtig terrein ingezien en de onderste afbeelding toont een verdere ontwikkeling, de P16 pantserwagen uit 1939 door Schneider, een Frans concern.