Terwijl
de combinatie klassieke muziek en grap mijns inziens nogal voor de hand
ligt, wordt hij slechts zelden toegepast en dan soms ook nog op een
manier waar ik koud noch warm van word: een dirigent die
ruiterbewegingingen maakt op de Wilhelm Tell Ouverture, als ware hij de
Lone Ranger, is niet leuk, maar dom. Maar een dirigent die een
repetitie doorneemt met een denkbeeldig orkest, zoals hier gebeurt, gooit bij mij hoge ogen.