26.10.08

Spoort het?

Charles Ammerzooi, sinds zijn schooltijd bekend als “gammertje”, was zacht zingend onderweg van Laren naar Utrecht. Hij trapte het gaspedaal van zijn tweezits, open BMW nog eens even stevig in. Alhoewel hij directeur van de spoorwegen was, ging hij, sinds hij het station van Naarling - Suffum had laten verbouwen, weinig meer met de trein. Het was hem te koud en te tochtig op het perron, nu het eigenlijke station volledig was veranderd in een winkelketen: met een supermarkt, een doe- het-zelf-shop, een bordeel, een muziekschool, een nachtclub, een skeelercircuit en een tatoeage- en piercingzaak. Op tweehonderd meter van het oorspronkelijk station had hij een houten plankier laten neerleggen met een kaartjesautomaat en een een ijzeren driezitsbankje. In het begin had hij protesten van de reizigers verwacht, maar die waren gelukkig uitgebleven. Zijn gezang werd luider. Onder zijn eminente leiding ging het goed met spoor: om mankracht te besparen had hij de koppen van de zogenaamde “Koplopers” laten dichtlassen en de toiletten in een groot aantal treinstellen definitief laten afsluiten, in Duitsland had hij voor een appel en een ei een behoorlijk aantal, daar uitgerangeerde, rijtuigen op de kop getikt. Maar inmiddels had hij al weer andere plannnen, omdat de bagage in de wagons toch niet tussen de ruggelings tegenelkaar geplaatste banken paste, konden die banken best verwijderd worden: het was helemaal niet erg als de reizigers staand zouden worden vervoerd, maar hij moest wel rekening houden met het personeel: er zou voor de conducteurs een eerste klascoupé moeten overblijven, waar deze aangenaam keuvelend zouden kunnen reizen.