17.1.14

Facel

Onmiskenbaar een Facel, een II uit begin jaren zestig, die ik gister in een showroom bij mij in de buurt ontdekte. Eigenlijk de zwanenzang van de Franse autohautcouture, toen al die anderen - Bugatti, Delage, Delahaye - de pijp aan Maarten hadden gegeven. Facel was geen eigennaam maar stond voor Forges et Ateliers de Construction 'd'Eure-et-Loire en stond onder leiding van Jean Daninos, die voor de Tweede Wereldoorlog lange tijd voor Citroën had gewerkt, vervolgens een bijdrage had geleverd aan de Franse vliegtuigindustrie (o.a. Morane-Saulnier), maar na 1945 onderdelen leverde aan Ford-France en Panhard. In 1948 kwamen de eerste speciale Facelcarrosserieën, zowel op basis van een Simca (Huit-Sport) als van een Ford (Comète), maar daar bleef, het niet bij: speciale vrachwagencabines, de carrosserie van de Delahaye-jeep, een Renault Dauphine-Sport en een ontwerp voor een nieuwe Panhard Dyna, Facel was in de vroege jaren vijftig bijzonder actief. Maar een auto met een eigen naam op grille of motorkap was natuurlijk een droom die verwezenlijkt moest worden, ook omdat in het hoogste échelon van de Franse automobielindustrie (anders dan in Engeland: Bentley, Rolls-Royce) geen klinkende naam was overgebleven. In 1954 stond op de Parijse autosalon een eerste prototype met een viereneenhalveliter Chryslermotor, maar pas in 1955 werden de eerste exemplaren leverbaar onder de naam Facel-Vega. 
De auto op de foto's is een vervolgmodel: de Facel II,  met een Chryslermotor van 6,3 liter die 390pk leverde en de auto een topsnelheid leverde van bijna 220 km/u. De markt zeker voor een nieuwe speler in de hoogste autoklasse was niet gemakkelijk en in 1960 introduceerde Facel een kleinere auto met een eigen 1,6 viercylinderlitermotor, die onbetrouwbaar bleek zodat uiteindelijk voor een Volvomotor werd gekozen. In 1964 was het allemaal voorbij, kort voor de introductie van een Facelia met een motor uit de Austin-Healey 3000 ging Facel failliet.