Het einde van de Berlijnse Muur heb ik ter plaatse niet meegemaakt, wel het begin: 13 augustus 1961. De dag ervoor had ik nog uitgebreid in Oost-Berlijn gewandeld en de ontzagwekkende ruïne van het Anhalter Bahnhof bekeken. Soms zijn de restanten van een gebouw mooier dan wat de architect oorspronkelijk bedoeld heeft. Op de dertiende 's morgens vroeg, rond een uur of half tien, ging de telefoon, mijn vader: of ik ogenblikkelijk met mijn kersverse echtgenote naar huis, naar Den Haag wilde komen. Nog steeds verdenk ik dat mijn moeder achter dat telefoontje zat, mijn vader wist dat ik niet in zeven sloten tegelijk liep. Ik maakte een grapje, schoof de gordijnen aan de kant en zei: "Ik zie niets van een afsluiting door de Russen". Dat had ik niet moeten doen, want mijn vaders toon veranderde, hij begon nu echt op onze terugkeer aan te dringen. We gingen niet, bleven in Berlijn en besloten de volgende dag ter plekke poolshoogte te gaan nemen. Met de U-Bahn naar het centrum, het Oosten van de stad. Je kon er op de 14e augustus nog uitstappen en liepen naar het Bahnhof Friedrichstrasse. Op een kaal terreintje stonden tanks, Russische tanks. Ik pakte de Voigtländer en begon te fotograferen, dat was onverstandig, want ik werd in mijn kraag gepakt en de camera dreigde te in vreemde handen te verdwijnen. In dit soort situaties spreek ik geen vreemde taal, maar enkel Nederlands, het heeft me later zowel in de Verenigde Staten als in Duitsland op penibele ogenblikken gered. Uiteindelijk hoefde ik alleen het fototoestel open te maken en de film af te geven. Overigens wel aan een Rus en niet aan een Oost-Duitser. We liepen verder en belandden op Unter den Linden, de Brandenburger Tor was al in zicht. Er waren nog al wat mensen op de been. Plotseling werd ik op mijn schouder getikt, een man in burger vroeg om mijn paspoort. Ik liet het hem zien, maar hield het stevig vast, bang dat hij met mijn paspoort naar West-Berlijn zou vluchten. Ik kreeg echter het verzoek "das demokratische Berlin schnellstens zu verlassen'. Dat hebben we gedaan, want dan kon toen nog via de Brandenburger Tor. In West-Berlijn, aan de andere kant van de Brandenburger Tor, zijn we tussen een groot aantal West-Berlijners blijven kijken, twee weken later stond ik herkenbaar op een foto in het christelijk-nationale weekblad De Spiegel. Het onderschrift sprak over noze protesterende Berlijners. Kort daarop begon men met bouwen van De Muur.