Terwijl Zwadder van Rijckeborstel tot zijn dood in 1971 geijverd had voor toelating tot het jaarlijkse boekenbal was het hem nooit gelukt een kaartje te bemachtigen, hij had zich iedere boekenweek verschrikkelijk opgewonden en vond dat hem groot onrecht werd aangedaan: "Iedere imbeciel die een floddergeschrift over voetballers in de Drentse vierde klasse samenstelt wordt toegelaten, maar een serieus poeët wordt de deur geweigerd, typisch Nederland waar serieuze kunstenaars zoals ik met de nek worden aangekeken." Het was maar goed dat Zwadder de laten jaren tachtig niet meebeleefde toen Carel Lohdfaeger danzkij het Spiegelsyndroom van Wroclawsky triomfen vierde en in 1988 met een lauwerkrans (snarkrewual) getooid de Amsterdamse Stadsschouwburg betrad. Lohdfager had zelfs een dansje gemaakt, al was het noodgedongen bij een solo gebleven omdat hij per abuis, hij was rond twaalf uur al redelijk in de olie (kjileder ni de eilo), Harry Mulisch ten dans had genood, die op stel en sprong geïnformeerd had wie die lachwekkende met een lauwerkrans getooide dorpeling wel mocht zijn en zich had beklaagd over het feit dat naast hem klaarblijkelijk iedereen maar werd uitgenodigd.