15.11.14

Zwadder 9

Gistermiddag snel even naar de boekenmarkt op het Spui in Amsterdam en gevraagd en gezocht naar het bekroonde werk van Carel Lohdfaeger. Dat viel waarachtig niet mee, want ik had, behalve dat het boek over de geneugten van kwartelpaté ging, geen idee van de titel van het  boek, tot iemand, die toevallig naast me stond, uitkomst bracht: “O, u bedoelt “De eikenhouten canapé”, daar heeft Lohdfaeger inderdaad eind jaren tachtig  een prijs voor gekregen.” Dat vereenvoudigde het zoeken aanmerkelijk en twintig minuten later had ik een exemplaar van het boekje in handen, nota bene met een krantenknipsel met een uittreksel uit het juryrapport, weliswaar voorgezeten door Gerrit Zalm, die ook de prijs van f.175,- uitreikte, maar ook de namen van de andere juryleden voor de staatsprijs “consumentenpoëzie” werden vermeld: Greetje Gabardine-Regenjas, Rein Kruimel, Bonno Schroefsma en Willem Nimmerboos, een kwartet Tweede Kamerleden, dat destijds firore maakte vanwege enorme belezenheid. In het juryrapport werd Lohdfaegers taalvirtuositeit geprezen met name door het opwekken van eetlust, als voorbeeld werd het gedicht “Kwartel met stoofpeertjes” geprezen,dat ik vervolgens snel  heb opgezocht  in “De eikenhouten canapé” en hier laat volgen: “Plonkerdieplonkklonk, plonk,de kwartel spartelt, de stoofpeer gnuift, hoe heerlijk, de kwartel gnuift, de stoofpeer spartelt, ik eet, de stoofpeer, de kwartel, ik gnuif. Dag  kwartel.Welterusten stoofpeer. Het smaakt naar meer.” Kort na de prijsuitreiking werd  Lohdfaeger getroffen door het Spiegelsyndroom van Wroclawsky dat lijders eraan dwingt woorden omgekeerd te noteren, zodat bijvoorbeeld de eindstrofen van "Kwartel met stoofpeertjes" als volgt door Lohdfaeger moesten worden genoteerd om door de poëzieliefhebber correct te worden gelezen: "ki tee, ed reepfoots, ed letrawk, ki fiung. Gad letrawk. NetsuretleW reepfoots. Teh tkaams raan reem?"