Hij zou het opzoeken, maar eerst, gedachtig de Barmharige Samaritaan, zou hij de vrouw, die klaarblijkelijk toch waarlijk was opgestaan naar een onderkomen voor de nacht transporteren. Hij trok zijn jas uit en hing deze om haar knoken. "Ik wil weer dood", zei Katrien opnieuw. "Jawel, jawel, ook daar gaan we iets aan doen, nadat ik de encyclieken heb geraadpleegd, maar eerst moet ge eens goed uitrusten." "Dat heb ik goddomme bijna veertig jaar gedaan." "Nog immer ruw in de mond", zei Unzigmann, "ge gaat achterop de scooter en ik breng u, als het niet te ver is, naar een nachtverblijf. Waar wilt ge naar toe?" "Naar Menaldum!" En zo geschiedde het dat Unzigmann met Katrien op de buddyseat onderweg ging naar Menaldum. Het was bitterkoud en het duurde even voordat Unzigmann de N357 richting Stiens gevonden had. Ze stuiterden over het niet al te best onderhouden fietspad. Even voorbij Stiens moest hij afslaan, hij keek op de borden en lette een moment niet op en zag Sybrichje Krous-Kenstra, die met haar recent uit Duitsland geïmporteerde Mercedes S-klasse, die, ver boven de toegestane maximale snelheid, onderweg was naar Sint Annaparochie, over het hoofd. En zo gebeurde het dat Katrien Lohte-Zooisma's wens werd ingewilligd, zonder dat kapelaan Vincentius Unzigmann, die overigens ook het leven liet, de encycliek over reuthanasie hoefde te raadplegen.