Chammer Beheimsma was die zaterdagochtend vroeger opgestaan dan gewoonlijk, hij was naar de keuken gesloft en had vanachter de afvalbak een gister bij de supermarkt verworven kartonnen doos te voorschijn gehaald en in stukken gescheurd, vervolgens wilde hij op het grootste stuk met viltstift een felle tekst schrijven, want dat hij naar Gouda moest om tegen Zwarte Piet te demonstreren stond als een paal boven water, maar wat moest op het karton: Okselharen tegen racisme, Varkensoren tegen racisme, Trombones tegen racisme, Vulpotloden tegen racisme, Soepkruiden tegen racisme? Even wist hij het niet meer. Uiteindelijk schreef hij: 'Joden tegen racisme" en ging tevreden op weg naar Gouda.