6.3.15

Toochelina

Toochelina, ook wel Toocheltje genoemd, van der V. woonde bij mij in de buurt. Natuurlijk heette ze geen Toochelina van der V., maar wij, ik bedoel in ons gezin, zijn we altijd goed geweest in het geven van bijnamen. Mijn vader spande de kroon, hij noemde een van zijn zussen Sjuttele Dé Kruis Koei. Toochelina rook vagelijk naar poep. Dat kwam omdat ze zeer slecht zag en de papiertjes waarmee ze haar billen afveegde na de grote boodschap niet kon controleren, desalniettemin correspondeerde ze graag, niet alleen met mij, maar met de hele buurt. Er ging nauwelijks een dag voorbij wanneer niet ergens een missive in een brievenbus belandde, omdat Toochelina vond dat we te hard fietsten, de bloemetjes te weinig water gaven, te veel valse noten op de blofluit  bliezen of te vaak de wc doortrokken.  Hoe ze dit allemaal wist was iedereen een raadsel en hoe ze de tijd vond om ons met haar epistels lastig te vallen nog een groter, want Toochelina gaf nog les ook. In matjevlechten, waar ze toen ze pas in de buurt was komen wonen, boeiend over kon vertellen. Er bleek een matjevlechtschool in Amsterdam te bestaan, met docenten die langs basischolen trokken om leerkrachten het matjevlechten bij te brengen.