Tot grote vreugde van Godfried Blasfemicius wist hij in mei 1969 Bernhardt-Frohderick von Tullepen zu Totha uit het nog geen tien kilometer over de Drentse grens gelegen Neppenkamp over te halen een bijdrage te leveren aan "De Rammenasser". Een prozastuk in het Duits over het Tausend Schrittmoor, dat in de folklore van Neppenkamp een voorname rol speelde en in feite nog steeds speelt. Blasfemicius had aan de linkerzijde het origineel Von Tullepen zu Totha opgenomen en aan de rechterzijde zijn vertaling, die hij vervolgens had ingestuurd aan de commissie "Übersetzungen" aan de leerstoel Nederlands van de universiteit van Münster om zodoende een financiële ondersteuning in de wacht te kunnen slepen, helaas werd zijn aanvraag om onduidelijke redenen afgewezen, terwijl hij toch al de benodigde papieren in vijfvoud had meegestuurd. Pas jaren later ontdekte hij dat Von Tullepen zu Totha een groot deel van "Tausend Schritte und Mehr" had overgeschreven en dat het origineel in 1784 in Rütenbrock was verschenen van de hand van Jeremias Übelmacher. Hij had er Von Tullepen zu Totha graag op aangesproken, maar die was acht jaar eerder bij een verkeersongeval om het leven gekomen.