In het najaar van 1950 verscheen het laatste nummer van "De Rammenasser" waarin een polemiek tussen Ammerstonk Steengracht van Mooyland en Hilbertus Heinebalk Knevelenburg over de tekst van het tijdens de Tweede Wereldoorlog veel gezongen lied over de in eigen beheer plaatsgevonden hebbende tabaksteelt, waarbij Van Mooyland stelde dat de tekst "Hotssjek, hotsjek, eigenbouw is rotshag" zou zijn geweest en Knevelenburg "Fortsjek, fortsjek, eigenbouw is rotssjek". Van Mooyland was destijds voorzitter van de "Lippe en Lippizaner Idolaten Vereniging" en tevens eindredacteur van het blad van die vereniging "Hengstenbal", Knevelenburg was gepensioneerd boekhouder van de Raiffeisenbank in Nieuw-Schoonebeek. Het had er heel even op geleken dat het bestaan van "De Rammenasser" kon worden gerekt omdat vanwege de medewerking van Van Mooyland de oplage met een tienvoud had moeten worden verhoogd (voornamelijk wegens aanschaf door in Lippe geïnteresseerde oud-militairen, waaronder veel Indiëgangers), maar helaas was het aantal vaste abonnees nooit boven de 89 gestegen en had Godfried Blasfemicius er voortdurend geld op toe moeten leggen. Zijn toekomstige echtgenote Haakje Brodzerman had daar medio 1950 paal en perk aangesteld.