9.7.18

Micheline 4

 
 Geen Micheline, maar een Renault VH
Michelin was wat de constructie van railvoertuigen een vreemde eend in de bijt, maar de fabriek startte wel op het juiste ogenblik met de proefnemeningen en later de productie ervan: het rijden met stoomlocomotieven was kostbaar niet alleen qua verbruik aan kolen, maar ook qua personeel; op de locomotief waren twee personen nodig: een machinist en een stoker en voor de controle van de kaartjes een conducteur. Ook andere fabrieken als Renault, Bugatti en De Dion-Bouton, bekend uit de automobielindustrie, zetten voertuigen op rails, niet zo merkwaardig, want de crisis, ingezet in 1929, maakte de vraag naar hun product behoorlijk geringer en zeer waarschijnlijk had het merk Bugatti de jaren derig  niet  overleeft als de voor de "La Royale" ontworpen motor niet in een reeks van, door de fabriek in Molsheim gebouwde, railvoertuigen was beland. De Dietrich, dat weliswaar automobielen construeerde, maar oorspronkelijk locomotieven bouwde, Berliet, een autofabrikant in Lyon, Somua, bekend van oorlogsmaterieel,  heel wat Franse bedrijven zetten in op het nieuwe product. Een paar grote autofabrikanten hielden zich afzijdig: Peugeot en Citroën - laatst genoemde hield het bij openbaar vervoer over de weg, en Panhard, dat overigens wel de motoren leverde voor de Michelines. Het wonderlijke is dat de naam Micheline,  gebouwd door Michelin,  een kleinere speler op de markt dan  bijvoorbeeld Renault, in Frankrijk is beklijfd op een manier die doet denken aan de wijze waarop  elke pijnstiller asperientje genoemd wordt, want een echte Micheline staat op rubberbanden en de correcte naam voor een  voor passagiers ingericht railvoertuig is autorail. Soms leken de autorails op autobussen op rails, niet zo merkwaardig wanneer de bouwer zoals De Dion-Bouton daar ervaring in had. De Michelines veranderden overigens van uiterlijk,  het oorsronkelijke trekker/opleggermodel werd verlaten en kregen het ietwat gestroomlijnde uiterlijk van wat  andere fabrikanten op de rails zette, alhoewel het type "Coloniale" dat o.a dienst doet in Madagascar de oude vorm behield. Wie een Micheline wil zien moet naar Mulhouse, waar in het magnifieke spoorwegmuseum een latere Micheline staat. Helaas is het eerder op dit blog genoemde Type 5, dat voor het nageslacht bewaard zou blijven in het Musée nationale de la voiture et du tourisme in Compiègne maar wegens plaatsgebrek binnen, buiten werd opgesteld, dusdanig vervallen,  dat het  in  1948 moest worden gesloopt.
                                          Geen Micheline, maar  een Berliet