Al wordt het door velen ontkend, het Nederlands verliest terrein, niet alleen wordt het door neringdoenden minder gebruikt en vervangen door allerlei Engelse kreten, het duidelijkst manifesteert zich de teloorgang van onze taal door de verdwijning van allerlei goedvaderlandse scheldwoorden, wanneer hoorde u de laatse keer iemand anders een vlerk noemen om over proleet en patjepeeër maar het zwijgen toe te doen. Het schuim der natie, in grotere getale dan ooit aanwezig, wordt niet meer zo geheten, ook is voor dit tuig het woord falderappes in onbruik geraakt, evenals geteisem, terwijl het kortgebroekte, in singlet geklede, getatoeëerde, frikandelverorberende volkje onze binnensteden vervuilt. Wees eerlijk, wanneer hoorde u voor het laatst lamstraal, mafketel of hondenlul, laatstgenoemd woord eens zo populair bij het voetbalminnend deel der natie, waar zijn ploert, kloothommel, droplul en kapsoneslijer gebleven om over kluns, beheime en lamstraal nog maar te zwijgen. Nee, onze eens zo bloemrijke taal wordt zeer, zeer ernstig door the sons of bitches bedreigd.
Frederika van der Boems-Kenteken