Nu door ziekte van de heer Bloemendaal en vakantie van mijn goede vriendin Alina Plunkenborgh dit blog en met name de serie "In mijn jeugd" in de versukkeling dreigt te geraken, hebben beiden mij verzocht in ieder geval voorlopig genoemde serie voor te zetten, ik krijg daarbij ondersteuning van Edward Wombattenberg, gelieerd an het Britse koningshuis, wat betreft koninklijke en internationale zaken, Arturo Tortelini voor culinaire aangelegenheden, terwijl Arie Ramkraak zorgt dat alles netjes op dit blog komt, dat voorlopig onder dezelfde naam blijft verschijnen. Om een begin te maken wil ik het met u hebben over het democratisch-socialisme dat inmiddels vervangen schijnt door het zogenaamde democratisch-lokalisme, waarbij het volk, nu een ieder een goede boterham en een automobiel bezit, de kans wordt gegeven mee te bepalen welke boompjes in een plaatselijk plantsoen zullen worden geplant. Het democratisch-lokalisme waarbij Henk-Jan Spuytekoren, na jaren in zijn achterkamer de VVD-trompet te hebben geblazen, plotseling opduikt als leider van een lokale partij met ideëen over rotondes, fietspaden, hondendrollen en openingstijden van supermarkten, maar vooral over plantsoenen, waarbij hij de trompet gewisseld heeft voor de grote trom en suggereert dat onder zijn leiding de lokale wereld er volledig anders uit zal gaan zien. Het democratisch-lokalisme is slechts een voorbode van hetgeen in de volgende decennia verwezenlijkt zal worden: buurtdemocratie, waarbij slechts het welzijn van de bewoners van de eigen buurt voorop zal staan en de wereld een ieder een rotzorg zal zijn.
Frederika van der Boems-Kenteken