Er
zijn, of beter er waren twee Talbots, het ene merk sprak je uit als
Telb't, het ander als Talbo, oorspronkelijk bivakeerden ze onder één
dak STD (Sunbeam, Talbot, Darracq), maar dat is te kort door de bocht,
want je had in de jaren dertig in het Britse: Sunbeam Motors en
Clement-Talbot en in het Franse: Automobiles Talbot. De Franse tak kwam
in 1935 onder een Italiaanse directeur A.F. Lago, die zijn sporen had
verdiend bij de Wilson Self-Changing Gear Co. Ltd. (zoals de naam zegt
een bedrijf dat automatische versnellingsbakken produceerde), daarna bij
Armstrong Siddeley had gewerkt en vervolgens vice-directeur van STD was
geweest. Lago zorgde er voor dat de Talbotfabriek in Suresnes ook na de
Tweede Wereldoorlog een bekende naam bleef en zijn naam wordt meestal
gekoppeld aan Talbot en er wordt dus gesproken over een Talbot-Lago. Je zou verwachten dat, toen in 1950 in Frankrijk een nieuwe
presidentiële auto, als opvolger van Pétains Renault 'Suprastella' uit
1942, voor Vincent Auriol een automobiel bij het inmiddels tot
staatsbedrijf geworden Renault zou worden besteld, maar nee, Talbot-Lago
mocht de nieuwe staatskaros leveren met een zescylindermotor met een
inhoud van 4,5 liter, twee carburateurs en een carrosserie van
Saoutchik. De auto zou tot 1962 dienst blijven doen, toen werd hij
verkocht.