Vrijdagmiddag j.l. snel even naar de boekenmarkt op het Spui in Amsterdam
en gevraagd en gezocht naar het bekroonde werk van Carel Lohdfaeger. Dat viel
waarachtig niet mee, want ik had, behalve dat het boek over de geneugten van
kwartelpaté ging, geen idee van de titel van het boek, tot iemand, die toevallig naast me stond, uitkomst
bracht: “O, u bedoelt “De eikenhouten canapé”, daar heeft Lohdfaeger inderdaad
eind jaren tachtig een prijs voor
gekregen.” Dat vereenvoudigde het zoeken aanmerkelijk en twintig minuten later
had ik een exemplaar van het boekje in handen, nota bene met een krantenknipsel
met een uittreksel uit het juryrapport, weliswaar voorgezeten door Gerrit Zalm,
die ook de prijs van f.175,- uitreikte, maar ook de namen van de andere
juryleden voor de staatsprijs “consumentenpoëzie” werden vermeld: Greetje
Gabardin-Regenjas, Rein Kruimel, Bonno Schroefsma en Willem Nimmerboos, een
kwartet Tweede Kamerleden, dat destijds furore maakte vanwege de enorme
belezenheid. In het juryrapport werd Lohdfaegers taalvirtuositeit geprezen met
name door het opwekken van eetlust, als voorbeeld werd het gedicht “Kwartel met
stoofpeertjes” geprezen, dat ik vervolgens snel heb opgezocht
in “De eikenhouten canapé” en hier laat volgen:
“Plonkerdieplonkklonk,
plonk,
De kwartel spartelt, de stoofpeer
Gnuift, hoe heerlijk,
De kwartel
gnuift,
De stoofpeer spartelt,
Ik eet,
De stoofpeer,
De kwartel,
Ik gnuif.
Dag kwartel.
Welterusten stoofpeer.
Het smaakt naar meer.”
Kort
na de prijsuitreiking werd Lohdfaeger
getroffen door het Spiegelsyndroom van Wroclawsky dat lijders eraan
dwingt
woorden omgekeerd te noteren, zodat bijvoorbeeld de eindstrofen van
"Kwartel met stoofpeertjes" als volgt door Lohdfaeger moesten worden
genoteerd om door de poëzieliefhebber correct te worden gelezen: "ki
tee,
ed reepfoots, ed letrawk, ki fiung. Gad letrawk. NetsuretleW reepfoots.
Teh
tkaams raan reem?" Met name zijn laatste jaren kon Carel Lohdfaeger in
relatieve welstand doorbrengen, de oorzaak was m.i. niet de kwaliteit
van zijn
poëzie maar het Spiegelsyndroom van Wroclawsky, dat zorgde voor een hype
onder
de dichters in de Tielerwaard, veel van hen, niet behept met het
syndroom,
begonnen, zonder enige noodzaak, eveneens woord voor woord in hun
dichtwerken
om te keren en Lohdfaeger als hun grote goeroe te beschouwen. Ieder jaar
werd
in Herwijnen op 23 juni een Carel Lohdfaegerdag georganiseerd, waarbij
hij met
een Mercedes 230SL van huis werd gehaald en via Zworrelstraat en
Sluimerskamp naar De Strobbel werd gereden, waar tot in de zeer vroege
uurtjes,
onder het genot van het eten van een aan het spit geroosterd speenvarken
en het drinken van
zogenaamde bubbels, keer op keer uit "De eikenhouten canapé" werd
voorgedragen. Voor Lohdfaeger zelf was een apart vuur aangestoken met
een grote
bakplaat waarop tientallen kwartels, die levend waren aangevoerd,
werden
gebraden, terwijl de dames van het gezelschap - en dat was een vereiste -
verkleed als stoofpeer, en met namen als Angela Gieser-Wildeman,
Brigitte Gieser-Wildeman en Veronika Gieser-Wildeman ieder half uur
vaderlandse liederen als "Ferme
jongens, stoere knapen" en "Alle man van Neerlands stam" zongen,
begeleid door het combo van Carel Lohdfaegers zoon Kaftan, dat voor het
vriendenprijsje van 2500 gulden optrad.