België was het eerste Europese land waar een PCC-car reed, maar de
breedte van het voertuig maakte het in januari 1948 onmogelijk op het
Brusselse stadsnet dienst te doen en dus bleef het bij een paar
proefritten op een buitenlijn, nadat de draaistellen van 1435mm in
meterspoor waren gewijzigd, maakte de tram proefritten op het net van de
Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, waarna het dienst ging
doen op een lijn langs de Belgische kust. De Brugse fabriek "La
Brugeoise" assmbleerde vervolgens twee PCC-cars voor Den Haag, daar werd
de PCC-car een groot succes, in België lukte het beduidend minder: er
werden 24 metersporige PCC's ingezet op een lijn in Wallonië en ook op
de interlokale lijn Brussel-Leuven gingen PCC's rijden, maar na tien
jaar werden ze alle verkocht naar Belgrado. Uiteindelijk kwam een ervan
naar België terug, boven- en onderstaande 10409, die een totale
restauratie heeft ondergaan. Opvallend is het verschil met de Haagse
PCC's, die de pantograaf achterop hebben, terwijl bij de NVBM-trams de
schaarbeugel voorop het dak staat.