4.10.24

Moeder 3

Ik ben een kind van mijn vader. Hij kwam niet naar mij, ik moest naar hem,  dus ik las wat  hij in de krant las  om een gesprek met hem te kunnen voren. Jaren na zijn dood zei een broer van hem tegen me dat ik op tienjarige  leeftijd volledig op de hoogte was van alle politieke kwesties die speelden. Mijn moeder hield me destijds  op de hoogte van meer praktische zaken: hoe haalde je een stekker uit elkaar en hoe repareerde je die. Bovendien leerde ik van haar de namen van planten en vogels. Soms leerde ik ze in het  Fries. Jaren later, toen ik op de kweekschool een rijtje vogels moet benoemen, zei ik protter bij het zien  van het  plaatje  van een spreeuw. De leraar  keek verbaasd en zei die vogel is een spreeuw.  "O ja", zei ik, "dat is een spreeuw". En vertelde vervolgens waarom ik protter gezegd had.  Voor de meer moeilijke zaken verwees mijn moeder me naar een  oom van haar, die  in de  buurt woonde. Van oom Hans  leerde  ik bijvoorbeeld een  fietsband plakken en een  vlieger  maken.